Minder-Hinder en omgevingsmanagement tijdens de werken
De werken brengen onvermijdelijk hinder met zich mee, maar we proberen de hinder zoveel mogelijk te beperken met een gedetailleerd Minder-Hinderplan.
Uitgangspunten voor het Minder-Hinderplan tijdens de werken
We willen de hinder tijdens de werken zoveel mogelijk beperken en de bereikbaarheid en veiligheid van woningen, scholen, ondernemingen, … in de buurt garanderen. Daarom werken we nu al een Minder-Hinderstrategie uit en bekijken we de verschillende mogelijke Minder-Hindermaatregelen. We houden daarbij rekening met een aantal uitgangspunten.
Verkeersmaatregelen en omleidingen
Tijdens de werken blijft verkeer in beide rijrichtingen mogelijk over de Grote Baan. Er is altijd één rijstrook per rijrichting beschikbaar.
Fietsers maken gebruik van een dubbelrichtingsfietspad en tijdelijke fiets- en voetgangersbruggen over de werfzones.
We garanderen de doorstroming van het openbaar vervoer zoveel mogelijk gegarandeerd, bijvoorbeeld door voorrang aan verkeerslichten en aanloopzones richting de werf.
Op de "Lokale Lus" (Europarklaan, Herebaan-Oost, Herebaan-West, Helzoldstraat en Kazernelaan) voeren we voorafgaand werken uit om de veiligheid en het comfort van de weggebruiker te verhogen.
Doorgaand verkeer tussen Noord-Limburg en Hasselt of de E314 wordt omgeleid via andere noord-zuidroutes, in afstemming met de betrokken gemeenten.
Bereikbaarheid
Woningen, ondernemingen, scholen en andere bestemmingen blijven zoveel mogelijk bereikbaar.
Langs de Grote Baan leggen we waar nodig tijdelijke toegangswegen aan om de bereikbaarheid te garanderen.
Communicatie
Goede communicatie met omwonenden, bedrijven en weggebruikers is essentieel tijdens de werken. We willen iedereen dan ook tijdig en duidelijk informeren over de fasering en impact van de verschillende werkzaamheden.
Werforganisatie
Er komen aparte routes voor werfverkeer, zodat gewoon verkeer en werfverkeer gescheiden blijven.
De werfzones, met bijvoorbeeld een betoncentrale en opslagplaatsen voor materiaal en grond, liggen buiten de dorpskernen. De aan- en afvoer van grond en materiaal gebeurt via het bovenlokale wegennet.
We voeren de werken zo uit dat de kans op verzakkingen en schade zo klein mogelijk is.
Door middel van geluidsarme machines en bouwtechnieken beperken we de geluidshinder.
Stofhinder beperken we door de lading af te dekken en te besproeien en de wielen van het vrachtverkeer te wassen.
We onderzoeken of we grondoverschotten kunnen hergebruiken als bouwstof, voor ophogingen/opvullingen in het projectgebied zelf of voor bouwprojecten in de omgeving.
Monitoring
Tijdens de werken monitoren we verschillende aspecten van de omgeving, zodat we snel kunnen ingrijpen als dat nodig is. Zo bekijken we onder andere de stabiliteit van bouwkundig erfgoed in de buurt van de werfzone, stofhinder en de grondwaterstanden in de omgeving van bemalingen.
Modal shift
We willen mensen zoveel mogelijk stimuleren om korte verplaatsingen in de dorpskernen en van en naar het werk of de school te voet of met de fiets te doen. En om het openbaar vervoer te kiezen voor langere verplaatsingen.
Aanpak omgevingsmanagement
Voordat de werken starten, werken we samen met de (te selecteren) aannemer(s) het Minder-Hinderplan uit. Dat bevat maatregelen om de overlast tijdens de werken te beperken. Ter voorbereiding gaan we in gesprek met de omgeving en starten we met het nodige onderzoek. Klik op de stappen hieronder om meer te weten te komen.
-
We brengen een eerste mogelijke fasering van de bouw in kaart, als startpositie voor het Minder-Hinderplan.
-
We onderzoeken de verschillende soorten verplaatsingen over de Noord-Zuid, zoals lokaal verkeer, woon-werkverkeer, verkeer naar de scholen en regionaal verkeer.
We baseren ons voor dit onderzoek op gegevens uit het verkeersmodel en telcampagnes. Daarnaast bevragen we ook doelgroepen uit de omgeving, zoals de betrokken scholen.
-
Op basis van de resultaten van de onderzoeken stellen we Minder-Hinderscenario’s op. Hierin bekijken we welke multimodale maatregelen nodig zijn om de verkeersstromen op te vangen tijdens de bouw.
We toetsen deze scenario’s af via een brede bevraging bij de verschillende betrokken doelgroepen.
Samen met de lokale belanghebbenden leggen we wederzijdse engagementen vast in een Minder-Hindercharter.
-
Op basis van de gesprekken met de betrokkenen komen we tot een voorkeursscenario. Dit werken we vervolgens uit tot concrete maatregelen.
Ondertussen starten we ook de aanbestedingsprocedure voor de aannemer(s) op. Het Minder-Hinderplan werken we verder uit in dialoog met de aannemer(s).
-
We stellen een proces op met een overlegstructuur, aanspreekpunten en duidelijke verantwoordelijkheden. Door hier op voorhand over na te denken, werken we aan een breed gedragen processtructuur.